Een factuur betaald krijgen duurt nog altijd langer dan dertig dagen

Bijna de helft van de Nederlandse bedrijven heeft ruim een maand nodig om zijn rekeningen te betalen. Eén op de acht bedrijven moet gemiddeld zelfs meer dan veertig dagen wachten totdat facturen betaald worden. Dat blijkt uit de FinTech Barometer van Onguard, op basis van gesprekken met ruim 300 financieel managers.

Kleine ondernemers moeten aan de bel trekken

Vooral de betaaltermijn van grotere afnemers aan kleine bedrijven is het afgelopen jaar opgerekt. Door deze inkoopmacht voelen veel leveranciers zich gedwongen om akkoord te gaan met de voorwaarden van de afnemende partij, zegt Leendert-Jan Visser, directeur van MKB-Nederland. Betaaltermijn van dertig dagen. Hoewel ook grote bedrijven gebonden zijn aan een betaaltermijn van dertig dagen, blijken kleinere leveranciers het lastig te vinden om aan de bel te trekken. ‘Dat is die machtspositie: ondernemers vinden het moeilijk om dat aan te geven, maar mijn advies is om dat toch maar wel te doen.’

Het goede nieuws is dat de Rijksoverheid en de provincies hun betaalregime behoorlijk goed op orde hebben, anders dan gemeenten. Want bij gemeenten valt een relatief laks betaalgedrag op. ‘Het gemiddelde zegt niet zo veel, maar soms zie je betaaltermijnen van 100 tot 120 dagen’, meent Visser.

Facturen worden niet betaald door dreigende recessie

Hoe komt het dat een groot aantal bedrijven de facturen niet snel betaald krijgt? Een kwart van de finance professionals (24%) geeft aan dat het probleem ligt bij klanten met cashflowproblemen. Opvallend is dat door dertien procent de financiële onzekerheid veroorzaakt door het terugbetalen van NOW-steun als reden wordt genoemd.

Ook de al langere tijd dreigende recessie, en de financiële onzekerheid die dit met zich meebrengt, blijkt een grote rol te spelen. Volgens twintig procent is dat een veelvoorkomende reden dat klanten hun facturen niet betalen. Met die dreigende recessie in gedachten komt de DSO onder een vergrootglas te liggen. Een derde van de finance professionals zegt zich hier nu meer op te focussen dan voorheen. Nog eens zestien procent zegt dit nu nog niet te doen, maar dit wel als doel te hebben.

 

Detailhandel zet bijna 4 procent meer om in eerste kwartaal 2024

De detailhandel zette in het eerste kwartaal van 2024 bijna 4 procent meer om dan in dezelfde periode vorig jaar. Het verkoopvolume was 3,1 procent hoger. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe kwartaalcijfers over de detailhandel.

Ons land telt bijna 170 duizend bedrijven in de detailhandel (exclusief tankstations). Dat is 7,3 procent van alle Nederlandse bedrijven. Bijna 7 op de 10 detailhandelaren was een bedrijf met één werkzame persoon. In het eerste kwartaal zijn 98 bedrijven in de detailhandel failliet verklaard. Het aantal faillissementen onder detaillisten nam met ruim 14 procent toe vergeleken met het eerste kwartaal van 2023, toen werden 86 faillissementen uitgesproken. Het aantal faillissementen nam onder detailhandelaren minder sterk toe dan onder alle bedrijven (45 procent).

De omzetstijging in het eerste kwartaal kwam door hogere prijzen, én voor het tweede kwartaal op rij ook door een hoger verkoopvolume. Tussen het tweede kwartaal van 2022 en het derde kwartaal van 2023 wisten detailhandelaren weliswaar ook omzetgroei te realiseren, maar dit kwam alleen door hogere prijzen.

Aan het begin van het tweede kwartaal van 2024 oordeelden ongeveer evenveel detailhandelaren negatief als positief over het economisch klimaat in de komende drie maanden. Per saldo ruim -0,2 procent van de ondernemers verwachtte een verslechtering. In het tweede kwartaal van 2023 was dit per saldo nog ruim -4 procent.

Detailhandelaren waren daarmee pessimistischer dan gemiddeld. Per saldo 1,5 procent van alle ondernemers in Nederland is positief gestemd over het economisch klimaat in de komende drie maanden.

Meer omzet foodsector

In het eerste kwartaal steeg de omzet in de winkels in voeding en genotmiddelen met ruim 2 procent vergeleken met een jaar eerder. Zowel supermarkten als speciaalzaken – zoals kaaswinkels en slagerijen – behaalden een hogere omzet. Voor supermarkten gold wel dat de hoeveelheid verkochte producten afnam (met 0,3 procent) ten opzichte van hetzelfde kwartaal in het jaar ervoor. Bij speciaalzaken nam het verkoopvolume wel toe, met 1,3 procent.

In de non-foodsector nam de omzet met 4,5 procent toe ten opzichte van het eerste kwartaal van 2023. Er werden ook meer goederen verkocht (4,8 procent). Vooral drogisterijen, kledingwinkels en winkels in schoenen en lederwaren verkochten meer. Bij winkels in consumentenelektronica en winkels in overige huishoudartikelen – zoals meubels en verlichting – daalde de omzet.

Meer online omzet

In het eerste kwartaal nam de online omzet van detailhandelaren toe met 3,8 procent vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder. Bij winkels die alleen online verkopen groeide de omzet in het eerste kwartaal van 2024 met ruim 5 procent. Bij detaillisten die hun producten zowel online verkopen als via een fysieke winkel, ook wel multichannelers genoemd, nam de online omzet ook toe: met bijna 2 procent.

Het Hoofdlijnenakkoord valt goed bij ondernemersorganisaties

Met name de nadruk op stabiel beleid, het verdienvermogen en de herintroductie van degelijke budgettaire spelregels spreekt aan. De ondernemersorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland gaan daarom in op de uitnodiging tot verdere uitwerking vann het akkoord met kabinet en de wernemersbonden. Dat moet dan onder meer gaan om het ondernemersklimaat weer te versterken en gerichte investeringen in de regio. ‘Alleen zo creëren we stabiliteit en zekerheid die ondernemers nodig hebben om te kunnen investeren in de grote opgaven,’ zo laat MKB-Nederland in een persbericht weten.

In het Hoofdlijnenakkoord presenteren de vier partijen een aantal positieve uitgangspunten, meet MKB-Nederland. Zo kunnen burgers lastenverlichting tegemoetzien en moet werken weer beter gaan lonen. Ook is er duidelijke aandacht voor de rol van het ondernemerschap en bedrijfsleven voor ons verdienvermogen, wordt gesignaleerd.
Positief is de ondernemersorganisatie ook over het niet doorgaan van eerdere fiscale plannen, zoals de belasting van inkoop van aandelen, verhoging van box-2, de versobering van de mkb-winstvrijstelling en de extra verhoging van de CO2-heffing en energiebelasting. Dit zou schadelijk zijn geweest voor het ondernemings- en investeringsklimaat, zo wordt gemeend.

Investeringen in wonen, de regio en bereikbaarheid

MKB-Nederland vindt het een goede zaak dat er volop aandacht is voor de bouw van nieuwe woningen, versterking van de infrastructuur en de bereikbaarheid in de regio:  ‘Met nieuwe strategische investeringsagenda’s met afspraken over wonen, bereikbaarheid, onderwijs en economie kan hier straks daadwerkelijk een goede invulling aan worden gegeven waar ondernemers graag over meedenken en aan bijdragen. Zo zijn de Lelylijn en de Nedersaksenlijn belangrijk voor de versterking van regio’s in onder meer in Oost- en Noord-Nederland.’

Arbeidsmarkt en pensioen

VNO-NCW en MKB-Nederland verwelkomen de inzet om meer grip te krijgen op arbeidsmigratie, evenals de stevige aanpak van misstanden met arbeidsmigranten conform de adviezen van de commissie Roemer. ‘Wel is belangrijk dat we als land de vakkrachten, het technisch talent en de internationale studenten kunnen blijven aantrekken die we nodig hebben voor bijvoorbeeld de woningbouw, innovatie, digitalisering en de energietransitie’, merkt MKB-Nederland op.

De bepleite betere aansluiting van beroepsonderwijs en arbeidsmarkt wordt door de ondernemersorganisaties toegejuicht. Net zoals de nieuwe pensioentransitie die doorgang vindt. Ook gaan de ondernemersorganisaties ervan uit dat de afspraken in de SER voor een robuuste en eerlijke arbeidsmarkt (SER MLT) verder worden uitgewerkt.   

Energietransitie en stikstof

Het nieuwe kabinet gaat voor draagbaar, haalbaar en uitvoerbaar energie- en klimaatbeleid. MKB-Nederland: ‘Het is belangrijk dat het Klimaatfonds en de maatwerkaanpak worden voortgezet, zodat bedrijven en de industrie investeringszekerheid hebben en houden. Vragen leven er wel in sectoren over verschillende beleidswisselingen rond o.a. warmtepompen en de zero-emissiezones. Het akkoord vraagt verder terecht aandacht voor de hoge energie- en elektriciteitsprijzen in ons land voor bedrijven ten opzichte van buurlanden. Dit verdient nog wel nadere uitwerking.’

Bij het aangekondigde stikstofbeleid is met name voldoende ruimte voor economische ontwikkeling cruciaal. Vergunningen voor o.a. energietransitie, woningbouw en infrastructuur moeten weer mogelijk worden waar stikstof dat nu in de weg staat.

Het komt aan op verdere uitwerking

Volgens de ondernemersoranisaties zijn met name de komende maanden belangrijk. Zo moeten veel thema’s en voorstellen nog nader worden uitgewerkt in concrete beleidsprogramma’s. ‘Aandacht voor de uitvoering en stabiliteit van beleid is daarbij cruciaal.’